2. BESLUITEN BEROEPSCOMMISSIE

 

In tabel 2 is het aantal ingediende beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie te zien in de afgelopen jaren.

Aantal beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie
Jaar 2018 2019 2020
Aantal ingediende beroepschriften 20 21 26
Behandeld in hoorzitting 18 17 26
Gegrond 8 10 8
Ongegrond 10 11 17

Tabel 2: Aantal beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie


   Casus:

Meneer (27 jaar) huurt sinds een jaar een studio in een complex met nog negen andere studio’s. In het afgelopen jaar heeft meneer ervaren dat het erg onrustig is in het complex, door bijvoorbeeld luidruchtige medebewoners en overlast op de gangen. De particuliere verhuurder geeft geen gehoor aan klachten hierover en de situatie verbetert niet.

Meneer heeft sinds zijn jeugd last van epileptische aanvallen. Door de onrust in zijn wooncomplex krijgt hij vaker aanvallen. Meneer vraagt daarom urgentie aan.

De urgentiecommissie wijst de aanvraag van meneer af. Zij vindt onvoldoende onderbouwd dat de epileptische aanvallen zijn toegenomen én dat de oorzaak hiervoor ligt in de woonomgeving. De urgentiecommissie meent dat er niet zo zeer sprake is van een noodsituatie, maar van een woonwens. Verder beschouwt de urgentiecommissie het als een verantwoordelijkheid van de verhuurder om de onrust in het complex op te lossen. Het is aan meneer om zijn verhuurder hier op aan te spreken.

Meneer gaat in beroep tegen de beslissing van de urgentiecommissie. Bij zijn beroepschrift levert hij een brief aan van zijn huisarts die uitvoerig ingaat op de medische situatie van meneer. De huisarts toont aan dat de aanvallen in het afgelopen jaar zijn toegenomen. Een specialist van het ziekenhuis, bij wie meneer onder controle staat, beschrijft in een brief dat de aanvallen gepaard gaan met ernstige gezondheidsrisico’s op korte, middellange en lange termijn. Dit geeft bij meneer oplopende psychische klachten.

Op basis van de beschikbare informatie stelt de beroepscommissie vast dat er in het specifieke geval van meneer sprake is van een gecombineerde problematiek. De huidige woonsituatie veroorzaakt veel stress. Stress stimuleert zijn epileptische aanvallen. Deze aanvallen verminderen de kwaliteit van leven.

Meneer heeft aangetoond dat hij verschillende malen zijn verhuurder heeft aangeschreven met het verzoek de onrust in het complex te verhelpen. Dat verhuurder hierop niet reageert, is meneer niet te verwijten. De negatieve medische gevolgen van de woonsituatie wegen voor de beroepscommissie zwaarder. Voor de beroepscommissie is voldoende aannemelijk gemaakt dat de medische situatie niet opgelost kan worden in de huidige woning.

De beroepscommissie kent meneer daarom, op medische gronden, alsnog een urgentieverklaring toe. Meneer heeft verzocht om een plaatsgebonden urgentie voor Apeldoorn. Daartoe ziet de beroepscommissie echter geen dringende noodzaak. De urgentieverklaring van meneer is dan ook geldig voor de gehele regio Stedendriehoek.


2.1 AARD VAN HET BEROEPSCHRIFT

Figuur 1 geeft aan wat de aard is van het beroepschrift. Dit betreft beroepschriften die zijn ingediend tegen een besluit van de urgentiecommissie.

Van de 26 beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie betrof 31% een aanvraag om medische redenen. Van de aanvragen had 15% betrekking op psychosociale problemen. Dit zijn vaak complexe aanvragen. Zowel bij psychosociale als medische urgentieaanvragen is een onderbouwing van de specifieke klachten belangrijk, als ook het verband tussen de klachten en de woonsituatie van belanghebbende.

12% van de beroepschriften kwam voort uit situaties waaraan een relatieverbreking ten grondslag lag. Verder viel 23% onder de categorie financieel en 19% van de beroepschriften in de categorie ‘overig’. Hieronder vallen uiteenlopende redenen om een urgentieaanvraag in te dienen, dan wel in beroep te gaan tegen het besluit van de urgentiecommissie hierover, zoals overlast, gezinshereniging en een beroep tegen het weliswaar verkrijgen van een urgentie, maar niet plaatsgebonden.



Figuur 1: Aard van het beroepschrift




Aard van het beroepschrift
Jaar 2018 2019 2020
Psychosociaal 33% 21% 15%
Financieel 0% 0% 23%
Medisch 33% 21% 31%
Relatiebreuk 0% 29% 12%
Overig 33% 29% 19%

Tabel 3: Aard van het beroepschrift


In het verslagjaar zijn er verschuivingen te zien in de aard van de beroepschriften. Opvallend is de forse toename in het aantal beroepschriften op financiële grond, evenals het aantal beroepen om medische redenen. Daarentegen namen beroepschriften op psychosociale gronden en op basis van relatieverbreking duidelijk af. Deze verschuivingen vallen deels te verklaren vanuit de aard van de urgentieaanvragen die de urgentiecommissie in het verslagjaar ontving. In het verslagjaar verdubbelde het aantal urgentieaanvragen om financiële redenen. Mogelijk liggen hier de economische gevolgen door het Covid19 virus aan ten grondslag. De urgentiecommissie ontving echter minder urgentieaanvragen om medische redenen, als ook om psychosociale redenen.


   Casus:

Meneer en mevrouw wonen sinds 4 jaar in Deventer. Sinds een half jaar is de verstandhouding met hun buren verslechterd. Meneer en mevrouw hebben bij de verhuurder geklaagd over overlast. Daarnaast is meneer een maand geleden overvallen in zijn woning. Mevrouw was op dat moment niet thuis. Als gevolg van de overval is meneer sindsdien erg angstig. Hij verwijt zijn buren dat zij daar weinig begrip voor tonen. Meneer en mevrouw vragen urgentie aan vanwege overlast en onveiligheid in de woning.

De urgentiecommissie wijst de aanvraag van meneer en mevrouw af. Het oplossen van overlast is een verantwoordelijkheid van de verhuurder. Uit de aanwezige documenten blijkt dat de verhuurder, in samenwerking met buurtbemiddeling, al gesprekken heeft gevoerd met betrokken partijen. De overval in de woning beschouwt de urgentiecommissie als een eenmalige gebeurtenis. De urgentiecommissie erkent dat dit traumatisch moet zijn geweest voor meneer en begrijpt de angstklachten die daaruit voortkomen. Deze kunnen mogelijk verminderen door passende hulpverlening. Een verhuizing is hiervoor geen oplossing.

Meneer en mevrouw gaan in beroep tegen het besluit van de urgentiecommissie. Zij stellen dat de overlast toeneemt en hun verhuurder er niets meer aan doet. Meneer geeft aan dat zijn psychische nood groter wordt.

De beroepscommissie vraagt bij de verhuurder informatie op over de actuele stand van zaken betreffende de overlast. De verhuurder geeft aan dat het niet zo zeer overlast betreft, als wel een burenruzie tussen twee specifieke adressen. De verhuurder heeft rekening te houden met twee partijen en is bereid mee te denken binnen de mogelijkheden die zij daartoe heeft. Dat heeft ertoe geleid dat verhuurder aan meneer en mevrouw recent een andere woning heeft aangeboden in dezelfde wijk. Meneer en mevrouw weigerden deze woning omdat zij vonden dat zij er dan op achteruit gingen. Verhuurder geeft aan dat zij niet verplicht is om een burenruzie op te lossen.

De beroepscommissie verklaart het beroep van meneer en mevrouw ongegrond. Zij meent dat een woonnoodsituatie onvoldoende is aangetoond. Bij een burenruzie dragen meneer en mevrouw een deel van de verantwoordelijkheid voor het ontstaan én oplossen van de situatie. De beroepscommissie acht het verwijtbaar dat zij het woningaanbod van verhuurder hebben geweigerd. Zij hadden hiermee de mogelijkheid om op korte termijn te verhuizen. De overval op meneer laat de beroepscommissie buiten beschouwing. Evenals de urgentiecommissie, erkent de beroepscommissie het trauma ervan. Dit rechtvaardigt echter geen verhuizing met voorrang op andere woningzoekenden.


2.2 VERGELIJKING BESLUITEN VAN DE URGENTIE- EN BEROEPSCOMMISSIE

Bij de beoordeling door de beroepscommissie is er sprake van een integrale heroverweging. De beroepscommissie neemt een nieuw besluit over de situatie die aan haar wordt voorgelegd en maakt daarbij gebruik van alle voorliggende informatie. Dit kan meer, of andere, informatie zijn dan de urgentiecommissie ter beschikking had ten tijde van haar beoordeling van de situatie. De beoordelingen van de urgentie- en beroepscommissie en de motiveringsgronden die daarbij een rol spelen, kunnen daarom niet volledig met elkaar worden vergeleken. Evenmin kan een gegrond beroepschrift geïnterpreteerd worden als zou de urgentiecommissie tot een verkeerd besluit zijn gekomen.