CIJFERMATIG JAARVERSLAG 2020 GEMEENTE SOEST

 


1.1 Start urgentieaanvraag

De wachtlijsten voor een sociale huurwoning zijn lang. Vaak zijn er te weinig woningen om iedereen direct te kunnen helpen. Woningzoekenden die dringend een (andere) woning nodig hebben, kunnen urgentie aanvragen. Met een urgentieverklaring krijgt een woningzoekende voorrang op andere mensen die een woning zoeken.

De Urgentiecommissie Woonruimteverdeling beoordeelt urgentieaanvragen van woningzoekenden uit verschillende regio’s in het land. Dit doet zij sinds januari 2017 ook voor de gemeente Soest. De urgentiecommissie wordt ondersteund door het secretariaat van Enserve, specialist in woonruimteverdeling.

Een woningzoekende die urgentie aan wil vragen, meldt zich bij de gemeente Soest. De gemeente neemt de urgentieaanvraag in behandeling en legt deze voor aan de urgentiecommissie om te beoordelen of er een urgentie toegekend moet worden. In 2020 zijn er in totaal 26 aanvragen (2019: 30; 2018: 29) voorgelegd aan de urgentiecommissie.

In figuur 1 is te zien op hoeveel urgentieaanvragen er in de gemeente Soest een besluit is genomen door de urgentiecommissie. Aanvragen kunnen door de commissie worden toegekend, afgewezen of buiten behandeling gesteld. Ook kan een aanvraag aangehouden worden door de commissie. Dat is om nadere informatie op te vragen. Op aangehouden aanvragen neemt de commissie uiteindelijk dus tweemaal een besluit: in eerste instantie het besluit aanhouden, in tweede instantie het besluit toekennen, afwijzen of buiten behandeling stellen.

Al deze besluiten zijn meegeteld in figuur 1. Daarom ligt het totaal uit figuur 1 met 28 besluiten hoger dan het totaal aantal ingediende aanvragen van 26.

In dit figuur zijn ook urgentieaanvragen opgenomen die in 2019 zijn ingediend en die in 2020 zijn behandeld door de urgentiecommissie. De aanvragen die in 2020 zijn ingediend, maar behandeld worden in 2021, zijn in dit figuur niet meegenomen.



Figuur 1: Besluiten urgentiecommissie op het totaal aantal aanvragen


Tegen elk besluit van de commissie staat de mogelijkheid tot bezwaar open. Dit is belegd bij de gemeente Soest. De commissie is niet betrokken bij de bezwaarprocedure. Deze valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Om die reden gaat dit verslag daar verder niet op in en heeft de commissie geen cijfers beschikbaar over behandelde bezwaarschriften.


1.2 Aard van de aanvraag

Een woningzoekende kan om verschillende redenen een urgentie aanvragen. De aard van de urgentieaanvragen is divers en soms ook gecombineerd.

In figuur 2 is te zien dat de urgentieaanvragen redelijk gelijkmatig zijn verdeeld over de verschillende soorten aanvragen die vanuit het beleidskader worden onderscheiden. Aanvragen als gevolg van relationele problemen komen nog altijd het meeste voor. Onder de categorie ‘overig’ kunnen onder andere aanvragen vallen die betrekking hebben op het niet hebben van een adequate woning of overlastproblematiek.




Figuur 2: Soort aanvraag


1.3 Toekennen van urgentie

De urgentiecommissie beoordeelt aanvragen op basis van de beleidsregels voor urgentie die in de betreffende regio gelden. Het beleid in de gemeente Soest is vastgelegd in de Huisvestingsverordening Soest 2019. Daarnaast geldt het document Beleidsregels woonruimteverdeling Soest 2019 waarin nadere bepalingen zijn opgenomen over onder andere mantelzorgurgentie en urgentie op basis van een medische indicatie.

De urgentiecommissie is zich altijd bewust van het belang dat elke aanvrager van urgentie heeft bij een goede beoordeling én een efficiënte werkwijze. De commissie besteedt daarom continu aandacht aan de professionalisering van al diegenen die betrokken zijn bij het urgentietraject, zoals de medewerkers van de gemeente en de commissieleden zelf. De commissie geeft echter ook informatie over het urgentiebeleid en de -procedure aan andere partijen die bij het traject betrokken kunnen zijn, zoals hulpverleners.

In 2020 heeft de urgentiecommissie 11 urgentieaanvragen (2020: 39%; 2019: 47%; 2018: 47%) toegekend. Bij een reguliere toekenning voldoet aanvrager aan alle voorwaarden om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen.

Om binnen de gemeente Soest voor urgentie in aanmerking te komen, moet aanvrager minimaal 1 jaar ingezetene zijn van deze gemeente. Vervolgens kan hij/zij urgentie krijgen als er sprake is van een:

  • Medische indicatie: een snelle oplossing van het woonprobleem is om medische redenen noodzakelijk. De medische situatie wordt daarvoor onderzocht door een onafhankelijk medisch adviesorgaan.
  • Sociale indicatie: een snelle oplossing van het woonprobleem is om sociale redenen noodzakelijk. Bij het oordeel wordt in ieder geval de mate van zelfredzaamheid en verwijtbaarheid meegenomen.

Bij het beoordelen van een urgentie aanvraag hanteert de urgentiecommissie in het algemeen de volgende uitgangspunten:

  • Er wordt alleen een urgentie verleend, als er sprake is van een noodsituatie in relatie tot het wonen of duidelijk aantoonbaar is dat deze op korte termijn dreigt te ontstaan;
  • De individuele situatie van aanvrager is het uitgangspunt voor de beoordeling van de aanvraag;
  • De eigen verantwoordelijkheid van aanvrager voor het oplossen van de woonnoodsituatie staat voorop.

1.4 De urgentietoekenning, een andere belangenafweging

De beslissing of iemand wel of niet urgent is, wordt gemaakt op basis van het beschreven beleid. De huisvestingsverordening biedt de mogelijkheid om, wanneer dit nodig is, af te wijken van de gestelde regels ten gunste van aanvrager.

Elke situatie kent unieke aspecten en wordt door de urgentiecommissie individueel beoordeeld. Dan kan het voorkomen dat aanvrager niet voldoet aan alle voorwaarden om voor urgentie in aanmerking te komen en de commissie een andere belangenafweging maakt.

De commissie kan bijvoorbeeld de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem minder zwaar wegen dan de woonnoodsituatie en op grond daarvan toch een urgentie verlenen. De commissie zal in die individuele gevallen waarbij zij een andere afweging maakt, het besluit goed onderbouwen en met toetsbare feiten motiveren.


1.5 Afwijzen van urgentie

In 2020 wees de urgentiecommissie 13 urgentieverzoeken (2020: 46%; 2019: 33%; 2018: 35%) af. De urgentiecommissie wijst een urgentieverzoek af als aanvrager niet voldoet aan de criteria om voor urgentie in aanmerking te komen. In haar besluiten geeft de commissie een inhoudelijke motivering waarom een aanvraag is afgewezen.

De commissie wees 10 aanvragen af met als belangrijkste reden het ontbreken van een woonnoodsituatie. Verder wees zij 3 aanvragen af omdat zij vond dat er in grote mate een eigen verantwoordelijkheid speelde voor het ontstaan van het woonprobleem.


1.6 Aanhouding

Als bij de behandeling van een urgentieaanvraag blijkt dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een zorgvuldige afweging te kunnen maken, besluit de urgentiecommissie tot aanhouding van de aanvraag. Zij vraagt de ontbrekende informatie dan alsnog op bij aanvrager.

In 2020 heeft de commissie 4 aanvragen (2020: 14%; 2019: 20%; 2018: 15%) in eerste instantie aangehouden voor het opvragen van aanvullende informatie.

In de meeste gevallen was het urgentiedossier niet compleet en vroeg de urgentiecommissie om aanvullende stukken om de situatie objectief te onderbouwen. Eenmaal was er sprake van een aanvullende vraagstelling aan de aanvrager van urgentie.

Bij een aanvraag op grond van een medische indicatie heeft de urgentiecommissie de mogelijkheid om een extern adviesbureau in te schakelen. Dit adviesbureau heeft specifieke medische expertise en schrijft een aanvullend rapport over de situatie van aanvrager. Dit wordt als bijlage bij het urgentiedossier gevoegd en helpt de urgentiecommissie om een weloverwogen besluit te nemen op de urgentie aanvraag. In 2020 is er eenmaal een rapport opgevraagd bij een extern adviesbureau. Het definitieve besluit op deze urgentieaanvraag volgt in 2021.

Als de woningzoekende de gevraagde informatie niet binnen de daarvoor gestelde termijn aanlevert, kan de urgentiecommissie op grond van artikel 4:5.1 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling stellen. De reden hiervoor is dat de urgentiecommissie zonder de gevraagde aanvullende informatie de aanvraag niet kan beoordelen. In het jaar 2020 is dit niet voorgekomen.


1.7 Verlengen van de urgentie

Conform artikel 8 in de Beleidsregels woonruimteverdeling Soest 2019 kan een woningzoekende met urgentie een verzoek indienen om de urgentietermijn te verlengen. Aanvrager kan dit verzoek indienen in de laatste maand waarin de urgentieverklaring geldig is. Bij de beoordeling van het verlengingsverzoek kijkt de commissie onder andere naar het zoekgedrag van de woningzoekende vanaf het moment dat hij/zij de urgentieverklaring kreeg.

In 2020 zijn er geen verzoeken gedaan om een urgentie te verlengen.


1.8 Termijnoverschrijding

Voor de afhandeling van een urgentieaanvraag staat in totaal een termijn van negen weken. Het overgrote deel van de urgentieaanvragen wordt (ruim) binnen de daarvoor gestelde termijn afgehandeld.

Aan een termijnoverschrijding kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen:

  • Aanvrager vertraagt de procedure door bijvoorbeeld het niet tijdig aanleveren van stukken die noodzakelijk zijn voor de urgentieaanvraag;
  • Vertraging bij de gemeente die de aanvraag in behandeling heeft;
  • Vertraging bij (het secretariaat van) de urgentiecommissie;
  • Een aanvraag wordt in eerste instantie door de urgentiecommissie aangehouden voor aanvullende informatie.


In 2020 zijn er geen aanvragen (2019: 7%; 2018: 10%) geweest waar sprake was van een termijnoverschrijding.