JAARVERSLAG 2020 - URGENTIECOMMISSIE WONINGMARKTREGIO ARNHEM-NIJMEGEN

 



1.1 Start urgentieaanvraag, aard en totaal aantal urgentieaanvragen



1.1.1 Start urgentieaanvraag

De wachtlijsten voor een sociale huurwoning zijn lang. Vaak zijn er te weinig woningen om iedereen direct te kunnen helpen. Woningzoekenden die dringend een (andere) woning nodig hebben, kunnen urgentie aanvragen. Met een urgentieverklaring krijgt een woningzoekende voorrang op andere mensen die een woning zoeken.

De Urgentiecommissie Woonruimteverdeling beoordeelt urgentieaanvragen van woningzoekenden uit verschillende regio’s in het land. Dit doet zij ook voor de regio Arnhem-Nijmegen. Daar werkt een groot aantal corporaties samen onder de naam Entree. De urgentiecommissie wordt ondersteund door het secretariaat van Enserve, dé specialist in woonruimteverdeling.

Een woningzoekende die urgentie aan wil vragen op sociaal-medische gronden, meldt zich bij een van de woningcorporaties in de regio Arnhem-Nijmegen. Een medewerker van de corporatie neemt de aanvraag in behandeling. De verdeling van deze aanvragen over de verschillende corporaties staat weergegeven in tabel 1.

In 2020 werden er 783 aanvragen ingediend. Het totaal aantal gestarte aanvragen is daarmee fors gestegen ten opzichte van voorgaande jaren.


Aantal ingediende urgentieaanvragen per corporatie      
Corporatie 2018 2019 2020
Baston Wonen 22 18 27
Oosterpoort 19 28 43
Plavei 12 14 26
Portaal 108 79 107
St. Woonservice IJsselland 9 5 15
Talis 105 123 135
Vivare 135 121 162
Volkshuisvesting Arnhem 125 97 131
Waardwonen 26 21 17
Woningstichting Heteren 7 4 4
WoonGenoot 15 13 22
Woonstichting Gendt 2 0 4
Woonwaarts 62 67 90
Totaal 647 590 783

Tabel 1: Aantal ingediende sociaal-medische aanvragen per corporatie



1.1.2 Aard van de aanvraag

Een woningzoekende kan om verschillende redenen een urgentie aanvragen. De aard van de urgentieaanvragen is zeer divers, en soms ook gecombineerd. Aanvragen op basis van algemeen sociale problematiek, psychosociale problematiek, relatieverbreking of een niet adequate woonruimte komen het meeste voor.



Figuur 1: Algemeen Sociaal


Figuur 2: Psychosociaal



Figuur 3: Relatieverbreking




Figuur 4: Niet adequate woning


In figuur 1, 2, 3 en 4 is te zien hoe binnen voornoemde categorieën de verdeling is tussen het aantal toekenningen, afwijzingen en aanhoudingen. De urgentiecommissie houdt een aanvraag aan als zij onvoldoende informatie heeft om een besluit te kunnen nemen. In dat geval ontvangt de woningzoekende een brief waarin de commissie uitlegt welke gegevens hij/zij nog aan moet leveren.



1.1.3 Aantal genomen besluiten

De urgentiecommissie beoordeelt aanvragen op basis van de beleidsregels voor urgentie die in de betreffende regio gelden. Het beleid in de regio Arnhem-Nijmegen is vastgelegd in de identieke huisvestingsverordeningen van de gemeenten in deze regio. Per 1 januari 2020 zijn nieuwe identieke verordeningen ingegaan.

De urgentiecommissie is zich altijd bewust van het belang dat elke aanvrager van urgentie heeft bij een goede beoordeling én een efficiënte werkwijze. De commissie besteedt daarom continu aandacht aan de professionalisering van al diegenen die betrokken zijn bij het urgentietraject, zoals de medewerkers van corporaties en de commissieleden zelf. De commissie geeft echter ook informatie over het urgentiebeleid en de -procedure aan andere partijen die bij het traject betrokken kunnen zijn, zoals hulpverleners.

In tabel 2 is de verhouding tussen de genomen besluiten per jaar te zien. Het aandeel toekenningen is gestegen en het aandeel afwijzingen licht gedaald. Aanvragen worden niet behandeld omdat de aanvullende informatie die de commissie had opgevraagd bij woningzoekende niet, of niet volledig, werd aangeleverd. Daardoor beschikte de commissie over onvoldoende gegevens om een besluit op de aanvraag te kunnen nemen.

Jaar

Totaal

Toegekend

Afgewezen

Aangehouden

Doorgehaald

Niet behandeld

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

2018

715

447

63%

148

20%

116

16%

1

0,1%

3

0,4%

2019

866

474

55%

222

26%

145

17%

6

0,7%

19

2%

2020

920

536

58%

214

23%

151

16%

1

0,1%

18

2%

Tabel 2: Besluiten van de urgentiecommissie, exclusief urgenties mantelzorg en tijdelijke opvang.

Tegen elk besluit van de commissie staat de mogelijkheid tot bezwaar open. Dit is binnen de regio belegd bij de gemeente Arnhem. De commissie is niet betrokken bij de bezwaarprocedure. Deze valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente Arnhem. Om die reden gaat dit verslag daar verder niet op in en heeft de commissie geen cijfers beschikbaar over het aantal bezwaarschriften dat is ingediend.



1.2 Toekennen van urgentie

In 2020 heeft de urgentiecommissie 536 urgentieaanvragen (2020: 58%; 2019: 55 %; 2018: 63%) toegekend. Bij een reguliere toekenning voldoet aanvrager aan alle voorwaarden om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen. Een woningzoekende kan urgentie krijgen als er sprake is van een persoonlijke noodsituatie en hij/zij voldoet aan de volgende criteria:

  • De woonnoodsituatie moet binnen vier maanden worden opgelost;
  • Aanvrager is niet zelf verantwoordelijk voor het ontstaan van de woonnoodsituatie en had die niet kunnen voorkomen;
  • Aanvrager kan de woonnoodsituatie niet zelf oplossen.


1.2.1 De Urgentietoekenning, Een andere belangenafweging

De identieke huisvestingsverordeningen in de regio Arnhem-Nijmegen bieden de mogelijkheid om, wanneer dit nodig is, af te wijken van de gestelde regels ten gunste van aanvrager. Elke situatie kent immers unieke aspecten en moet dus individueel beoordeeld worden. Dan kan het voorkomen dat aanvrager niet voldoet aan alle criteria om voor urgentie in aanmerking te komen en de commissie een andere belangenafweging maakt.

De commissie kan bijvoorbeeld de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem minder zwaar laten wegen dan de woonnoodsituatie en op grond daarvan toch een urgentie verlenen. De commissie zal in die individuele gevallen, waarbij zij een andere afweging maakt, het besluit goed onderbouwen en met toetsbare feiten motiveren.



1.2.2 Verzilvering van de urgentie

In het jaar 2020 hebben 508 woningzoekenden met een sociaal-medische urgentiestatus via Entree een woning verkregen (2019: 500; 2018: 462). In tabel 3 is te zien in welke gemeente deze woningzoekenden met behulp van hun verkregen urgentie een woning hebben gevonden. Woningzoekenden met een mantelzorg- of stadsvernieuwingsurgentie zijn in deze tabel niet meegenomen. Ook personen die een voorrangspositie kregen omdat zij verbleven in een voorziening voor tijdelijke opvang in verband met problemen van relationele aard of geweld zijn in tabel 3 niet meegeteld.


       
Gemeente 2018 2019 2020
Arnhem 117 123 127
Berg en Dal 14 21 26
Beuningen 18 17 24
Doesburg 5 11 13
Druten 5 8 6
Duiven 18 13 9
Heumen 6 6 9
Lingewaard 17 14 13
Montferland 11 6 14
Nijmegen 145 151 126
Overbetuwe 21 30 29
Renkum 8 6 9
Rheden 28 29 37
Westervoort 12 11 11
Wijchen 29 24 34
Zevenaar 8 30 21
Totaal 462 500 508

Tabel 3: Aantal woningen per gemeente verkregen via sociaal-medische urgentie


Het grootste aantal urgent woningzoekenden verzilvert zijn/haar urgentie in de gemeenten Arnhem en Nijmegen. Dit is een beeld wat zich elk jaar herhaalt.



1.2.3 Toegang tot de woningmarkt

Uit tabel 4 blijkt dat de urgent woningzoekende in 2020 toegang heeft gehad tot 44% van het totale geadverteerde woningaanbod.


       
Gemeente Totale aanbod* Geen voorrang urgenten Percentage geen voorrang
Arnhem 1608 895 56%
Berg en Dal 251 131 52%
Beuningen 123 64 52%
Doesburg 175 64 37%
Druten 101 66 65%
Duiven 181 137 76%
Heumen 75 43 57%
Lingewaard 182 123 68%
Montferland 213 90 42%
Nijmegen 1.489 936 63%
Overbetuwe 141 61 43%
Renkum 181 98 54%
Rheden 331 150 45%
Rozendaal 1 1 100%
Westervoort 106 69 65%
Wijchen 242 132 55%
Zevenaar 265 86 32%
Totaal 5.665 3.146 56%

Tabel 4: Toegang tot de woningmarkt


*Totaal aantal advertenties minus studentenwoningen, indicatiewoningen en woningen boven de liberalisatiegrens



1.3 Afwijzing van urgentie

In 2020 heeft de urgentiecommissie 214 urgentieverzoeken (2020: 23%; 2019: 22%; 2018: 20%) afgewezen.

De urgentiecommissie wijst een urgentieverzoek af als aanvrager niet voldoet aan de criteria om voor urgentie in aanmerking te komen. In haar besluiten geeft de commissie een inhoudelijke motivering waarom een aanvraag is afgewezen. In tabel 5 is te zien op basis van welke gronden aanvragen de afgelopen jaren zijn afgewezen.


       
Afwijzingsreden 2018 2019 2020
Eigen verantwoordelijkheid ontstaan 35 68 56
Eigen verantwoordelijkheid oplossen 7 13 12
Financieel zelfredzaam 0 0 1
Geen 50% ouderlijke zorg 0 0 13
Geen contra-indicatie kamerbewoning 28 27 32
Geen noodzaak wonen in regio Arnhem-Nijmegen 0 0 0
Geen relatie wonen/problematiek 3 3 2
Geen woonnoodsituatie 55 98 73
Overige 7 9 11
Overlast/conflict buurt 2 1 5
Woonwens 1 1 0
Zelfredzaam met meettijd 20 9 9
Totaal 158 229 214

Tabel 5: Redenen voor afwijzing


Als aanvrager onvoldoende aan kan tonen dat er sprake is van een woonnoodsituatie, die verhuizen binnen vier maanden na het ontstaan van het woonprobleem noodzakelijk maakt, dan wijst de commissie een aanvraag af. Samen met de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem zijn dit in de afgelopen jaren de meest belangrijke redenen voor afwijzing. Een andere terugkerende grond voor afwijzing is het ontbreken van een contra-indicatie voor kamerbewoning.



1.4 Woningweigering

Een woningzoekende die géén urgentiestatus heeft, mag een aangeboden woning weigeren. Als deze woningzoekende echter op een later moment urgentie aanvraagt, zal de commissie in haar beoordeling meenemen of vanaf het ontstaan van het woonprobleem woningen zijn geweigerd. Als blijkt dat aanvrager in die periode een passende woning heeft geweigerd, zonder dat daar excuserende omstandigheden voor waren, dan zal de commissie de aanvraag afwijzen. De reden van afwijzing zal zijn dat aanvrager, in de tijd dat het woonprobleem bestaat, het woonprobleem zelf had kunnen oplossen door de aangeboden woning te accepteren.

Een woningzoekende die wél een urgentiestatus heeft, mag in principe een passend woningaanbod niet weigeren. Dit is vastgelegd in artikel 33 van de in de regio geldende identieke Reglementen aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling. Als een urgent woningzoekende, naar het oordeel van de corporatie, onterecht een woning weigert, geeft de corporatie dit direct door aan het secretariaat van de urgentiecommissie. De urgentie van de betreffende woningzoekende wordt dan tijdelijk opgeschort in afwachting van het definitieve besluit van de urgentiecommissie. De corporatie stelt de woningzoekende hier vooraf van op de hoogte. De urgentiecommissie neemt uiteindelijk een besluit of de woningweigering terecht of onterecht is geweest. Afhankelijk van de beslissing wordt de urgentie weer geactiveerd of definitief ingetrokken.

In 2020 zijn er geen woningweigeringen door urgent woningzoekenden behandeld door de commissie (2019: 3; 2018: 2).



1.5 Aanhouding

Als bij de behandeling van een urgentieaanvraag door de commissie blijkt dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om op dat moment een zorgvuldige afweging te kunnen maken, kan een aanvraag worden aangehouden. Dit houdt in dat de commissie eerst de ontbrekende gegevens opvraagt bij aanvrager. In het verslagjaar is in 16% (2019: 17%; 2018: 16%) van het totale aantal aanvragen besloten de aanvraag aan te houden. Dit laat een vergelijkbaar beeld zien met voorgaande jaren. In tabel 6 is te zien op hoeveel van de aanhoudingen de commissie uiteindelijk positief, dan wel negatief besloot.


Definitief besluit na aanhouding    
Besluit Aantal %
Afgewezen 21 12%
Buiten behandeling 18 12%
Ingetrokken 1 1%
Toegekend 103 68%
Nog niet afgehandeld 8 5%
Totaal 151 100%

Tabel 6: Definitief besluit na aanhouding


Als aanvrager de gevraagde informatie niet binnen de daarvoor gestelde termijn aanlevert, kan op grond van artikel 4:5.1 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling worden gesteld omdat de urgentiecommissie zonder de aanvullende informatie de aanvraag niet kan beoordelen. In het verslagjaar is dit in 2% van de gevallen voorgekomen.

Uit tabel 6 blijkt verder dat 68% van de aanvragen die in eerste instantie wordt aangehouden, in tweede instantie door de urgentiecommissie wordt toegekend (2019: 58%; 2018: 74%). De reden voor een aanhouding is meestal het ontbreken van noodzakelijke informatie ter beoordeling van de aanvraag. Ook komt het met regelmaat voor dat de urgentiecommissie een externe rapportage opvraagt van een onafhankelijk adviesbureau om de medische of psychosociale problematiek te laten onderzoeken.



1.6 Urgentie onder voorwaarden

De mogelijkheid bestaat om een urgentie toe te kennen onder een bepaalde voorwaarde. Artikel 11 van de identieke huisvestingsverordeningen in de regio Arnhem-Nijmegen geeft twee mogelijke voorwaarden die aan een urgentietoekenning kunnen worden verbonden:

  • acceptatie van begeleiding;
  • toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte.


De commissie past beide voorwaarden alleen in uitzonderlijke gevallen toe en motiveert deze in haar besluit.



1.6.1 Urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding

Een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding kan worden verstrekt aan personen met zodanige psychische en/of psychosociale problemen dat woonbegeleiding geïndiceerd is.

Bij een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding vraagt de commissie de woningzoekende om een hulpverleningsovereenkomst aan te leveren. Deze moet voor een bepaalde periode zijn afgesloten met een bepaalde hulpverlenende instantie. Pas nadat de hulpverleningsovereenkomst is aangeleverd, activeert de commissie de urgentieverklaring en kan de woningzoekende met voorrang op woonruimte reageren. Zolang er geen overeenkomst is aangeleverd, kan de woningzoekende dus ook niet van een voorrangspositie gebruik maken.

De positie van de woningzoekende met een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding is gelijk aan die van andere urgent woningzoekenden: hij/zij kan zelf reageren op het woningaanbod en kan dus zelf kiezen op welke woning hij/zij reageert.

In 2020 heeft de urgentiecommissie 10 keer een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding afgegeven (2019: 9; 2018: 17).

Een hulpverleningsovereenkomst van een aanvraag uit 2019 kan pas in 2020 zijn aangeleverd en een hulpverleningsovereenkomst van een aanvraag uit 2020 kan nog aangeleverd worden in 2021. Voor het aanleveren van een hulpverleningsovereenkomst staat een termijn van twee maanden.



1.6.2 Urgentie onder voorwaarde van toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte

Een urgentie onder voorwaarde van toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte speelt in situaties waarin de woningzoekende een specifieke woonbehoefte heeft, bijvoorbeeld bij een bepaalde (medische) problematiek. Een urgentie onder deze voorwaarde wordt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toegepast.

Bij een toekenning zoekt de betrokken corporatie, in overleg met de woningzoekende, naar specifiek geschikte woonruimte. Het kan voorkomen dat de betrokken corporatie zelf geen geschikte woning voor de woningzoekende heeft. Dan overlegt zij met een andere corporatie over het aanbieden van een geschikte woning.

In 2020 is een urgentie onder voorwaarde van toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte niet voorgekomen. In 2019 en 2018 was dit evenmin het geval.



1.7 Verlengen van urgentie

Conform artikel 31 van de in de regio geldende identieke Reglementen aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling kan een woningzoekende met urgentie een verzoek indienen om de urgentietermijn te verlengen. Aanvrager kan dit verzoek indienen in de laatste maand waarin de urgentieverklaring geldig is. Bij de beoordeling van het verlengingsverzoek kijkt de commissie onder andere naar het zoekgedrag van de woningzoekende vanaf het moment dat hij/zij de urgentieverklaring kreeg.

In 2020 is er 17 maal een verzoek gedaan om de urgentie te verlengen (2019: 4; 2018: 1). Dit is een forse stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Mogelijk is dit een gevolg van het feit dat het totale aantal urgentieaanvragen in 2020 flink is toegenomen. Verder neemt de druk op de woningmarkt alleen maar toe. Dit kan ertoe leiden dat woningzoekenden meer moeite hebben om hun urgentie binnen 4 maanden te verzilveren.

Op 13 verlengingsaanvragen besloot de commissie positief. Dat wil zeggen dat de urgentietermijn werd verlengd. In 4 gevallen zag de commissie geen aanleiding om de urgentietermijn te verlengen.



1.8 Termijnoverschrijding

Voor de afhandeling van een urgentieaanvraag staat in totaal een termijn van negen weken. In 2020 is er 3 maal sprake geweest van een termijnoverschrijding. Ook in voorgaande jaren was het aantal termijnoverschrijdingen beperkt.

Het overschrijden van de behandeltermijn kan verschillende oorzaken hebben:

  • Aanvrager vertraagt de procedure door bijvoorbeeld het niet tijdig aanleveren van stukken die noodzakelijk zijn voor de urgentieaanvraag of het niet beschikbaar zijn voor het intakegesprek bij de corporatie.
  • Vertraging bij de woningcorporatie die de aanvraag in behandeling heeft.
  • Vertraging bij (het secretariaat van) de urgentiecommissie.
  • Een aanvraag wordt in eerste instantie door de urgentiecommissie aangehouden voor aanvullende informatie.


1.9 Externe rapportages

Bij aanvragen die vooral gebaseerd zijn op een medische of psychosociale problematiek kan een aanvullend rapport worden aangevraagd bij een onafhankelijk, extern adviesbureau. Dit is vastgelegd in artikel 17 van de in de regio geldende identieke Reglementen aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling. Het adviesbureau beschikt over de noodzakelijke medische en psychosociale expertise om de problematiek te kunnen duiden. Het aanvullend rapport helpt de commissie in haar beoordeling van de urgentieaanvraag.

In het verslagjaar werden alle externe rapporten opgevraagd bij Bureau Leijten & Van Hoek. Bureau Leijten & Van Hoek biedt ook de mogelijkheid om een aanvullend financieel rapport op te stellen. Een dergelijke rapportage is bedoeld om duidelijkheid te scheppen in financieel complexe situaties. De externe rapporten worden door de commissie als waardevol gezien.

Veruit de meeste rapporten worden aangevraagd voor urgentieaanvragen waarbij een psychosociale problematiek speelt.


Soort rapport


Figuur 1: Soort externe rapporten