5. Cijfers

 

 


5.1 Soorten en aantallen beroepschriften

De beroepschriften die de beroepscommissie behandelt zijn in twee categorieën te verdelen. Enerzijds beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie en anderzijds beroepschriften tegen de uitvoering van het woonruimteverdeelsysteem.



5.2 Beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie

In 2017 werden er 13 beroepschriften ingediend die betrekking hadden op een besluit van de urgentiecommissie. Van deze beroepschriften werden er in 2017 elf behandeld in een hoorzitting en één in 2018. Tweemaal werd een beroepschrift kennelijk gegrond verklaard waardoor een hoorzitting niet nodig was.


Aantal beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie en genomen besluiten in 2017
Gemeente Aantal ingediende beroepschriften * Behandeld in hoorzitting (**kennelijk) Gegrond Ongegrond
Apeldoorn 5 5 1 4
Brummen 0 0 0 0
Deventer 5 5 2 3
Voorst 0 0 0 0
Zutphen 5 2 3 1
Totaal 15 12 6 8

*Een beroepschrift is ontvangen in 2017 en wordt behandeld in 2018

**Twee beroepschriften zijn niet behandeld in een hoorzitting en kennelijk gegrond verklaard

Tabel 1: Aantal ingediende aanvragen per corporatie


Tabel 1 laat zien hoeveel beroepschriften er per gemeente zijn ingediend tegen een besluit van de urgentiecommissie en welk besluit er op het beroepschrift is genomen. Niet alle beroepschriften worden behandeld in een hoorzitting. In sommige gevallen is de situatie zodanig duidelijk dat het besluit genomen kan worden zonder hoorzitting. In die gevallen is er sprake van een kennelijk gegrond besluit.

Er zijn in 2017 twee beroepschriften kennelijk gegrond verklaard. Een hoorzitting was niet nodig, omdat de situatie voor de beroepscommissie duidelijk was. In beide gevallen was de urgentieaanvraag door de urgentiecommissie buiten behandeling gesteld, omdat aanvrager aanvullende informatie niet binnen de daarvoor gestelde termijn had aangeleverd. Bij het beroepschrift werd de gevraagde informatie alsnog aangeleverd. Daarmee was voldaan aan de criteria voor het verkrijgen van een urgentieverklaring en kon deze worden verleend.



5.3 Besluiten beroepscommissie

Medio 2015 is de secretariële ondersteuning van de beroepscommissie overgegaan van Woonkeus naar Enserve. Om die reden kan er in dit jaarverslag enkel een vergelijking worden gemaakt tussen de cijfers van 2017 en die van 2016 en niet van voorgaande jaren.

Aantal beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie
Jaar 2016 2017
Aantal ingediende beroepschriften 14 15
Behandeld in hoorzitting 8 12
(Kennelijk) gegrond 1 6
Ongegrond 9 8
Ingetrokken 4 0

Nb: Eén beroepschrift is ontvangen in 2017 en wordt behandeld in 2018

Twee beroepschriften zijn niet behandeld in een hoorzitting en kennelijk gegrond verklaard

Tabel 2: Aantal beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie


   Casus van een ongegrondverklaring:

Mevrouw woont samen met haar dochter in bij haar broer en zijn gezin. Zij is teruggekeerd uit China omdat haar dochter psychische problemen had en deze in China niet te behandelen waren. De inwoning heeft een negatief effect op haar dochter en haarzelf. Mevrouw vraagt om een plaatsgebonden urgentie voor Deventer in verband met de school van haar dochter.

De urgentiecommissie heeft de aanvraag van mevrouw afgewezen om de volgende redenen: Zij begrijpt dat de huidige woonomstandigheden niet ideaal zijn en spanningen geven bij de gezinsleden. Voor de urgentiecommissie is echter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de problemen zodanig ernstig zijn dat mevrouw binnen vier maanden moet verhuizen.

De urgentiecommissie vindt ook dat in geval van mevrouw er een eigen verantwoordelijkheid bestaat voor de ontstane woonsituatie. Het is haar eigen verantwoordelijkheid geweest om van China naar Deventer te verhuizen en in te trekken bij het gezin van haar broer. Voor de urgentiecommissie is niet gebleken dat zij onmiddellijk en onvermijdelijk moest verhuizen naar Deventer.

Uit het beroepschrift en tijdens de hoorzitting komt onder andere naar voren dat de ernstige psychische problemen van de dochter niet te behandelen zijn in China. Mevrouw zag zich genoodzaakt elders deskundige hulp te zoeken. Deventer lag voor de hand omdat zij daar voor het laatst had gewoond en haar broer daar woonde. In Deventer was ook adequate psychologische hulp te verwachten.

Op basis van de beschikbare informatie meent de beroepscommissie dat niet aannemelijk is gemaakt dat de dochter in China niet adequaat behandeld kan worden. Mevrouw heeft in 2016 de keuze gemaakt om naar Deventer te verhuizen. Dit deed zij zonder over passende woonruimte te beschikken. Het is de keuze geweest van mevrouw om in te gaan wonen bij familie. Inwoning kan naar de mening van de commissie niet worden gezien als een stabiele woonsituatie. Mevrouw plaatst zichzelf daarmee in een afhankelijke positie ten opzichte van de hoofdbewoner.

In de Samenwerkingsovereenkomst regionale woonruimteverdeling staat over de eigen verantwoordelijkheid het volgende geschreven: De maximale termijn waarin eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem verwijtbaar kan worden gesteld bedraagt drie jaar. In geval van mevrouw is deze termijn nog niet verstreken. De beroepscommissie ziet geen zwaarwegende redenen om van die maximale termijn af te wijken.

Op grond van deze overwegingen concludeert de beroepscommissie dat mevrouw niet voldoet aan de criteria voor een urgentieverklaring. Het beroep wordt ongegrond verklaard. Dit betekent dat aan mevrouw geen urgentieverklaring wordt verstrekt.



5.4 Aard van het beroepschrift

Figuur 1 geeft aan wat de aard is van het beroepschrift. Dit betreft beroepschriften die zijn ingediend tegen een besluit van de urgentiecommissie.

Van de 15 beroepschriften tegen een besluit van de urgentiecommissie had 20% betrekking op een aanvraag als gevolg van relatieverbreking. Verder betrof 20% een urgentieaanvraag op psychosociale gronden. Dit zijn vaak complexe aanvragen. Beroepschriften met betrekking tot een aanvraag op medische gronden kwamen in 40% van de gevallen voor. Zowel bij psychosociale als medische urgentieaanvragen is een onderbouwing van de specifieke klachten belangrijk, als ook het verband tussen de klachten en de woonsituatie van belanghebbende.



Figuur 1: Aard van het beroepschrift


Aard van het beroepschrift
Jaar 2016 2017
Psychosociaal 29% 20%
Financieel 14% 10%
Medisch 21% 40%
Relatiebreuk 22% 20%
Overig 14% 10%

Tabel 3: Aard van het beroepschrift


Uit tabel 3 blijkt dat het aantal beroepschriften op basis van psycho-sociale problematiek, relatieverbreking en financiële problematiek wat is afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Het aantal beroepschriften op basis van medische problematiek is daarentegen in 2017 toegenomen.


   Casus van een ongegrondverklaring:

Mevrouw (38 jaar) heeft twee minderjarige kinderen en haar relatie is verbroken. De ex-partner neemt de koopwoning over. De kinderen hebben het hoofdverblijf bij mevrouw en zij heeft de meeste zorgtaken voor hen. De spanningen in huis nemen toe. De kinderen hebben hier veel last van.

De urgentiecommissie heeft de urgentieaanvraag afgewezen omdat mevrouw in aanmerking had kunnen komen voor een woning. Zij heeft deze woning geweigerd omdat er trappen in de woning zitten en dit voor haar zoon een onveilige situatie vormt. De urgentiecommissie meent dat met relatief eenvoudige aanpassingen in de woning dit probleem opgelost had kunnen worden. Indien zij de aan haar aangeboden woning had geaccepteerd dan had zij haar woonprobleem kunnen oplossen. De commissie beschouwt het niet accepteren van een passende woning als een eigen verantwoordelijkheid. Daarom is de urgentie afgewezen.

Uit het beroepschrift en tijdens de hoorzitting komt onder andere naar voren dat mevrouw de woning niet geschikt vindt voor kleine kinderen. Ook kan zij niet met de auto bij haar woning komen. Dit zorgt ook voor problemen bij de ouders van mevrouw die op de kinderen passen.

Op basis van de beschikbare informatie sluit de beroepscommissie zich aan bij het besluit van de urgentiecommissie. Indien er sprake is van een woonnoodsituatie, en ten tijde van deze woonnoodsituatie een aanbod van een woning wordt gedaan, dan is het een eigen keuze om de woning te weigeren. De urgentiecommissie heeft in haar besluit aangegeven dat met eenvoudige aanpassingen er van een gevaarlijke situatie geen sprake meer is. De kinderen kunnen ook naar de oppas worden gebracht als het voor de oppas lastig is om de woning te bereiken. Los daarvan is dit voor de beroepscommissie geen zwaarwegende reden om het aanbod van een woning te weigeren. Dit verhoudt zich niet tot de woonnoodsituatie waarin mevrouw zich op dat moment al bevond.

Op grond van deze overwegingen concludeert de beroepscommissie dat mevrouw niet voldoet aan de criteria voor een urgentieverklaring. Het beroep wordt ongegrond verklaard. Dit betekent dat aan mevrouw geen urgentieverklaring wordt verstrekt.



5.5 Vergelijking besluiten van de urgentie- en beroepscommissie

Bij de beoordeling door de beroepscommissie is er sprake van een integrale heroverweging. De beroepscommissie neemt een nieuw besluit over de situatie die aan haar wordt voorgelegd en maakt daarbij gebruik van alle voorliggende informatie. Dit kan meer, of andere, informatie zijn dan de urgentiecommissie ter beschikking had ten tijde van haar beoordeling van de situatie. De beoordelingen van de urgentie- en beroepscommissie en de motiveringsgronden die daarbij een rol spelen, kunnen daarom niet volledig met elkaar worden vergeleken. Evenmin kan een gegrond beroepschrift geïnterpreteerd worden als zou de urgentiecommissie tot een verkeerd besluit zijn gekomen.



5.6 Beroepschriften tegen de uitvoering van het woonruimteverdeelsysteem

In het verslagjaar zijn er geen beroepschriften behandeld tegen de uitvoering van het woonruimteverdeelsysteem. In 2016 waren dit er nog zeven. Toen was het in drie gevallen nodig een dergelijk beroepschrift te behandelen in een hoorzitting.



5.7 Aanhoudingen

Als tijdens de behandeling van een beroepschrift blijkt dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om op dat moment een zorgvuldige beoordeling te kunnen maken, kan de beroepscommissie besluiten tot aanhouding van het beroep. De beroepscommissie vindt het in dat geval noodzakelijk om aanvullende informatie op te vragen om tot een weloverwogen besluit te kunnen komen. In 2017 is het eenmaal voorgekomen dat een beroepszaak werd aangehouden.



5.8 Termijnoverschrijding

Voor het behandelen van een beroepschrift staat een termijn van zeven weken na ontvangst van het beroepschrift door de beroepscommissie. Wanneer een beroepszaak wordt aangehouden kan dit leiden tot een termijnoverschrijding. In het verslagjaar is er eenmaal sprake geweest van een termijnoverschrijding. De beroepscommissie heeft in dat geval het beroepschrift aangehouden en de corporatie gevraagd om aanvullende informatie.